Buren is de verzamelnaam voor de personen die dichtbij iemand wonen, meestal in het huis er direct naast. Als het om een man gaan wordt gesproken van een buurman, bij een vrouw heeft men het over een buurvrouw. De buurvrouw wordt, vooral als men er vriendschappelijk mee omgaat ook wel buuf genoemd. De prefix buur wordt ook gebruikt voor de bij buurkinderen, buurjongen en buurmeisje. Ook dieren kunnen het voorvoegsel krijgen (de buurkat). Afhankelijk van de plaats waar de buren wonen wordt ook wel gesproken van
* Overburen (de buren aan de overkant van de straat, of die naast de naaste buren)
* Achterburen (de buren die met de tuin aan elkaar grenzen).
Bovenburen? De bovenbuuf is de enige die ik vandaag in de straat gezien en gesproken heb. Nou ja, gesproken? Ik had de auto pal voor haar deur geparkeerd om wat troep naar de stort te kunnen vervoeren. Yep, ik ben aan het opruimen. En zij constateerde dat ze er nog wel uit kon. Goedemorgen en tot ziens! Da's toch een hele conversatie? Op de stort was men ook al niet bepaald spraakzaam. Eerder nors en nukkig, maar dat ben ik daar wel gewend. Een touw spannen zodat je de hele tijd eronderdoor moet bukken om bij de stortbak te komen (met lekker onhandige stukken spaanplaat in je handen). Als ik toch zo chagrijnig op m'n werk zou zijn ging ik echt een andere baan zoeken! Een boodschappenrondje duurt altijd langer dan gepland. Het valt me echt op dat er vandaag heel veel sikkeneurige mensen in de winkels zijn. Als ik iemand voor laat gaan wordt mijn achterbuur kwaad. Jeetje, doe eens wat vrolijker! Is niet zo moeilijk hoor! De jongen bij de wasstraat is gelukkig wel in een goede bui en de auto ziet er weer toonbaar uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten