Archeologie en jong spul

Deze morgen bezoeken we het Archeologisch museum. Eerst flink wat mooi materiaal uit de neolithische tijd. Zo zie je maar weer hoe je genept wordt wanneer je replica's voorgeschoteld krijgt. De vrouwenbenen met rok blijken in het echt nog maar voor de helft te bestaan. Wonderbaarlijk hoeveel stenen bewaard zijn gebleven waarop de motieven nog goed zichtbaar zijn, sommige zelfs met een uitstekend reliëf. Heel veel beeldjes, veelal toch vrouwen voorstellende. Prachtig om te zien.


Boven in het museum wordt de bronstijd tentoongesteld. Iets minder indrukwekkend, potten en vazen heb ik genoeg gezien. Wel leuk zoals een stuk natuur wordt weergegeven. Je loopt over glas.... reken maar dat je ineens voorzichtig loopt, alsof je er zo doorheen zou kunnen zakken. De suppoost heeft er zin in vandaag (en wie weet wel alle dagen). Ze wijst op alle -in haar ogen- leuke, curieuze dingen. Druk op een knop en je ziet je toekomst. Inderdaad, een skelet. Ook de "slaapplaats" leek haar wel wat. Een prachtig soort gebakken grafkist. Goh, ik moet straks heel wat foto's tussenvoegen....


Er was ook een wisselende tentoonstelling, tot en met januari tekeningen en schilderijen van H.M. Batesman, een humoristische kunstenaar en cartoonist met een zwak voor Gozo. Er hangen dan ook heel wat aquarellen met vergezichten. Maar het mooiste zijn de politieke spotprenten voor het ministerie van gezondheid. Coughs and sneezes spread diseases, maar dan wel in een munitiefabriek... Veel cartoons zijn ook in de Punch gepubliceerd.


's Middags hebben we Casa Rocca Piccola bekeken. Een huis met 53 kamers waarvan er 12 voor het publiek geopend zijn. De markies bewoont nu met zijn vrouw en 4 kinderen de dienstbodenkamers. Ze hebben in de loop der jaren van alles verzameld en zo de 12 kamers zo goed mogelijk in oude stijl heringericht. Alleen de eetkamer wordt nog éénmaal per jaar gebruikt, met kerst. Op mijn vraag waarom ze dan niet in hun eigen vertrekken aten.... die zijn een stuk kleiner en dan kunnen ze de gasten niet met goed fatsoen kwijt. De ara op de binnenplaats geniet van het publiek.



In de kelder, die behoorlijk groot is, woonden tijdens bombardementen in WO-II tot 200 bewoners van de stad. Zij konden via een gang de kelder bereiken. De familie kon via de binnenplaats naar de schuilkelder. Oorspronkelijk had iedere woning zo'n kelder, alleen werden die gebruikt voor de opvang van (regen)water. De familie besloot de watertoevoer te sluiten en de kelder zo geschikt te maken voor bewoning.

En deze vriend ga ik zeker nog eens opzoeken! Heel speels :)


Geen opmerkingen: